Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zou het zulk een vasten zijn, [18]dat Ik verkiezen zou, dat de mens [19]zijn ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd kromme gelijk een bieze, en een zak en as onder [zich] spreide? Zoudt gij dat een vasten heten, en [20]een dag den HEERE aangenaam? 18. Dat is, dat mij aangenaam zou wezen. 19. Te weten alleen uitwendiglijk, zonder innerlijk met een rechtmatig berouw zijner zonden geraakt te zijn, en zich alzo oprecht voor God te verootmoedigen. Of aldus: Een dag dat de mens zijne ziel kwelle. 20. Hebreeuws, een dag der aangenaamheid des Heeren, of den Heere.